Monument Nunspeet

Deel 5
Van april / meistaking 1943 tot spoorweg­staking 1944

de april / meistaking van 1943

De april / meistaking van 1943

Soldaten, stakingen en standrecht

Gegevens volgen in de maanden juni of juli 2023


Stakingen in Gelderland

Gegevens volgen in de maanden juni of juli 2023


Staking en arrestaties  in Nunspeet

Gegevens volgen in de maanden juni of juli 2023


De staking bij de Heveafabriek, Dijkstra en Hulshorst

Gegevens volgen in de maanden juni of juli 2023


De gijzeling van Jonker en de gevolgen voor de zoon

Gegevens volgen in de maanden juni of juli 2023

← Naar overzicht

het gemeentebestuur in 1943 en 1944

Het gemeentebestuur in 1943 en 1944

Een waarnemend burgemeester [6 september 1943]

Na het vertrek van burgemeester Martens zou het tot 4 september 1943 duren voor de Commissaris van de provincie Gelderland een waarnemend burgemeester naar Nunspeet stuurde. Het werd mr. A. W. ­Schade van Westrum, een provinciaal ambtenaar. Zijn benoeming ging in op 6 september 1943.
Anthonius Wilhelmus Schade van Westrum 1 was in Amster­dam geboren. Hij doorliep het gymnasium in Assen, studeerde rechten aan de universitei­ten van Amsterdam en Groningen en verwierf in 1917 de meesterstitel tegelijk met zijn toekomstige echtgenote mr. Henderika Lussingh Maarsingh 2

De moeder van Schade van Westrum overleed een week na zijn geboorte. Zijn vader hertrouwde in 1890. Na haar overlijden huwde hij als toen 58-jarige met de 27-jarige Catharina Theodora Rovers. In 1923 werd een zoon geboren.

Hij ging werken op een Gronings advocatenkantoor en in 1920 begon hij in Arnhem als adjunct-commies aan een ambtelijke loopbaan bij de provin­ciale griffie in Gelder­land. Hij klom in 1940 op tot referendaris en chef van de 5e afdeling. Daarnaast vervulde hij diverse functies. Zo was hij jarenlang voorzitter van de Vereniging van Provinciale Ambtenaren.
Zijn vrouw was secretaresse van de Arnhemse Volks­universiteit, zat in het bestuur van de Ned. Ver. v­an Huisvrou­wen en Pro Juventute. Verder was zij lid van de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs.
Henderika Lussingh Maasingh was afkomstig uit een welgestelde Groningse familie. Haar vader was vervener en de ontginning van Vledderveen had hem een aanzienlijk vermogen opgeleverd. Haar moeder was een dochter van de eigenaar van Meursings glasfabriek in Nieuw-Buinen. Haar jongere broer Jacob (Jaap) Maarsingh was in 1933 lid van de NSB geworden en een van de vertrouwelingen van NSB-leider Anton Mussert, die hem tot zijn gemachtigde voor de noordelijke provincies benoemde Van 1937 tot (formeel) 1945 was hij lid van de Eerste Kamer voor de NSB.

Het echtpaar Schade van Westrum, dat geen kinderen had, woonde in Oosterbeek. Tijdens de Nunspeetse periode verbleven zij op de "Naaldhof" aan de F. A. Molijnlaan.

Het waarnemerschap duurde nog geen half jaar. Per 16 februari 1944 werd een nieuwe burgemeester benoemd. Onder nummer 848, gedateerd 14 februari 1944, stuurde Schade van Westrum zijn laatste brief:

Bij deze deel ik  U mede, dat de nieuw-benoemde burgemeester, de heer M. G. de Kruijff, heeft bericht, dat hij op Woensdag, 16 dezer des namiddags te 2½ uur ten gemeentehuize te Nunspeet denkt te komen. Hij heeft mij verzocht U van een en ander kennis te geven onder mededeling, dat hij dan gaarne met de ambtenaren kennis zal maken.

Schade van Westrum keerde terug naar zijn woning in Ooster­beek. Ter gelegen­heid van zijn verjaardag op 27 februari stuurde gemeentesecre­taris Van Marle hem een boek toe. Schade van Westrum reageerde met een briefje, waarin hij onder meer schreef:

Het is een interessant boekwerk en de voorin geschreven opdracht met al die vertrouwde namen er onder, dat maakt het geheel voor mij tot een buitenge­woon waardevolle herinnering aan een periode in mijn leven die, ik aarzel niet het te zeggen, steeds tot de mooiste van mijn leven zal behoren.
Mijn gedachten gaan telkens weer terug naar de schone Veluw­se gemeente waar ik zo graag nog langer was gebleven. Het heeft echter niet zo mogen zijn.

Schade van Westrum zou in september 1944 bij de strijd om Arnhem zijn huis en inboedel volkomen verwoest zien worden. Zijn vrouw liep daarbij lichamelijk letsel op, dat haar steeds tot een handicap is gebleven.

Zijn in Nunspeet opgedane ervaringen als burgemeester kon hij gebruiken toen hij per 1 november 1946 burgemeester van Heerde werd. Een functie die hij vervulde tot 1 maart 1953.

Bij zijn afscheid schreef de krant onder de kop ‘Heerde verliest een goed burgemeester. Integer magistraat maar vóór alles mens’ onder meer:

Ofschoon uiterst correct functionaris, was de (partijloze) burgemeester steeds vóór alles mens en dit deed hem ook in ieder, met wie hij in aanraking kwam, in de eerste plaats de mens zien. In het bijzonder geldt dat het gehele personeel der gemeente, dat hij in de volle zin des woords beschouwde als medewerkers aan één gemeenschappelijke taak, waarin hij nooit zichzelf op de voorgrond plaatste. Zijn behoefte aan die eenheid is ook herhaaldelijk opgevallen in de raadsvergaderin­gen. Voorzitter zowel als B. en W. gingen daar op in de vroed­schap en voor de eerste was elke stem, die er opklonk, eigen­lijk evenwaardig aan die van B. en W.
Uit: Veluws Nieuws, 27 februari 1953

Op de afscheidsreceptie op 28 februari 1953 werden de kwali­teiten van Schade van Westrum in een zes coupletten tellend gedicht van Jan van Riemsdijk nog eens breed uitgemeten. De eerste twee coupletten:

Geachte Heer de Burgemeister
Ik heure da ‘j ontslagen bent.
En dat spit mien, en heel Heerde.
Wie waren zoo mooi an Oe 'e wend.
Zeuven jaar hê ‘j in de gemeente
De punties op de i ‘e zet.
Liever hadden wie, da ‘j bleven.
Maar ‘t giet zoo, volgens de Wet.

Toen ie met de vrouwe kwammen
Hef ‘t muziek Oe in ‘e haald.
’t Kwam oe toe, want in Oe warken
Hê ‘j geen ogenblik ‘e faald
Acht Edelachtbare Heeren
Hê ‘k hier zien kommen en goan
Als ik heur wark zoo vergelieke
Heb ie ’t mirakel bes ‘e doan.

Een geschilderd portret van Schade van Westrum hangt in de raadzaal van de gemeente Heerde. Het is een olieverf op paneel, 60 x 80 cm, in 1948 geschilderd door de in Heerde wonende kunstschilder J.L. (Jan) Kleintjes.

Anthonius Wilhelmus Schade van Westrum
geboren     Amsterdam 27 februari 1888.
zoon van    Wilhelmus Anthonius Schade van Westrum, geboren Amsterdam 3 maart 1861,
overleden Heemstede 2 november 1927, gehuwd Amsterdam 12 mei 1887 met
Wilhelmina Geertuida Raasing, geboren Amsterdam 20 juni 1887, overleden
Amsterdam 5 maart 1888. Hertrouwd Amsterdam 27 maart 1890 met Johanna
Maria Heijthekker, overleden Heemstede 20 maart 1917. Derde huwelijk
Amsterdam 8 december 1919 met Catharina Theodora Rovers, geboren Den
Helder 8 september 1892, overleden
gehuwd    Onstwedde, 4 juli 1918 met
        Henderika Lussingh Maarsingh, geboren Onstwedde (Stadskanaal) 28 december
1888, dochter van Harm Maarsingh (geboren 30 september 18531853, overleden
Onstwedde 18 september1940), gehuwd (1) Borger 22 april 1885 met Jantina
Arendina Meursing, geboren Borger 18 januari 1861, overleden Onstwedde 13
maart 1915. Zes kinderen, waarvan 1 overleden (3 weken oud) en 1 levenloos
Gehuwd (2)
kinderen    geen


Burgemeester De Kruijff

Deze info volgt.

← Naar overzicht

verenigingen verboden

Verenigingen verboden

Gegevens volgen in de maanden juni of juli 2023

← Naar overzicht

de politie gereorganiseerd

De politie gereorganiseerd

Gegevens volgen in de maanden juni of juli 2023

← Naar overzicht

oorlogshandelingen

Oorlogshandelingen

Gegevens volgen in de maanden juni of juli 2023

← Naar overzicht

het dagelijks leven

Het dagelijks leven

Gegevens volgen in de maanden juni of juli 2023

← Naar overzicht